De vreugde van verlichting

'Er wordt in spirituele kringen veel gewerkt met de ziel en het hogere zelf, en als je dat helemaal laat doordringen, je daar helemaal voor openstelt, krijg je een gevoel van heelheid. Weet dan dat je op de goede weg zit, maar blijf daar in godsnaam niet bij hangen. Want hoe heel je je ook voelt, het is en blijft een waarneming, het is maar een gevoel. Het gevoel geeft aan dat de deur in zicht komt, maar je moet - als je jezelf tenminste wilt 'vinden' - uiteindelijk overal afstand van doen. Dus misschien betekent dat eigenlijk wel je ziel verkopen. Zelfrealisatie is je ziel verkopen, dat wil zeggen, er afstand van doen. Zelfs afstand doen van God. Want ook God is maar een waarneming, een ervaring (tenzij je God definieert als zuiver Bewustzijn). Dus wie God vindt, of de ziel, is op de goede weg. Maar: take one step beyond. Sommigen vinden dat jammer, willen liever even blijven 'verpozen' bij het 'hele gevoel'. Of dat goed is of niet is niet aan mij om te beoordelen, het staat iedereen vrij wat dan ook te doen. Het is echter nog steeds een gebeuren aan de kant van het bekende, het persoonlijke, hoe spiritueel je het ook noemen wilt. Het punt is dat met je spirituele ontwikkeling veel vermogens kunnen vrijkomen. Het afstemmen en invoelen en werken met energie zijn in wezen gewoon siddhi's. Zo kun je ook de ziel of God ontdekken en daar één mee worden, et cetera, en dan heb je die heelheid. En dat is geweldig, want dan ben je een heel mens, en dat is te verkiezen boven een gefragmenteerd mens, maar het heeft niets met vrijheid te maken.

Vrijheid ligt daaraan voorbij. Als je dat loslaat en je realiseert dat jij datgene bent wat het al dan niet heel zijn überhaupt mogelijk maakt, dan ben je pas echt heel. Want wat gebeurt er namelijk met de 'hele mens'? Je bent een heel mens, dan moet je wel zorgen dat die heel blijft. Want waar heelheid is, moet ook 'gebrokenheid' zijn. Als je dan maar even niet heel meer bent, is er een onbeschrijfelijk lijden. Dat is het punt, wat je kunt vinden kun je ook weer kwijtraken. En overigens, dat zou nog niet eens hoeven gebeuren, de heelheid weer verliezen, maar die hele mens blijft zichzelf in essentie als afgezonderd wezen zien. Weliswaar in zichzelf één geworden, samengevallen met zijn ziel, maar nog steeds afgescheiden van de oceaan. Want de ziel is ook een ding, een verschijnsel. Het is als een druppel die vrede heeft gevonden met zijn bestaan als druppel. Beter dan een huilende druppel, maar evengoed nat; evengoed in de illusie niet de oceaan te zijn. Dus je ziel vinden is uitstekend; het gevaar is alleen dat je daar niet aan voorbij wilt, omdat het zo heerlijk heel voelt. Je hebt vrede in jezelf, heelheid in jezelf gevonden - zo wordt dat ook letterlijk gezegd: heelheid binnenin jezelf. Afgescheiden dus, zeg ik dan. Waarlijke heelheid transcendeert heelheid. Want wat werkelijk één is, kent geen twee meer, en dus is het begrip één (of heel) in feite onzinnig, want één kan alleen bestaan als er ook twee is. En jij bent die ene zonder tweede. Zonder.'


'Wie ben ik?'

'Als we in het begin onszelf de vraag stellen 'wie ben ik?' dan willen we onszelf als persoon leren kennen. Iets verderop willen we onze essentie, onze ziel leren kennen omdat we geloven (geleerd hebben, zeggen we dan) dat we een ziel zijn. Maar we blijven geloven dat we iets zijn. Iets wat kenbaar is. En dat zijn we juist niet. Daarom is de vraag 'wie vraagt er wie ben ik?' veel relevanter.'